Jacob Kanbier schepper van kunststroming; Neo-Symbolisme

Nieuwe kunststroming geboren in Leiden

Het Neo-Symbolisme, een kunststroming waarvan Jacob Kanbier schepper en eervol volgeling is, baseert zich op het idee van het overgaan van het materiële in het metafysische. Zij is meer dan het zoeken naar het verborgene in de ons omringende wereld. Het slaat geen brug tussen romantiek en spiritisme en vormt geen schakels met de decadentie of het byzantijnse. Zij is de kruisbestuiving van de kunstenaar en zijn bovenzinnelijke inspiratie.
Deze hoogdravende woorden staan in het manifest dat zaterdag gepresenteerd werd bij de “Geboorte van het Neo-Symbolisme. De geboorte bestond uit een lezing van psychiater Bastiaans over zijn eigen experimenten, de presentatie van het manifest en de opening van een tentoonstelling van 25 Neosymbolistische schilderwerken van Jacob Kanbier en een foto-reportage van Arnoud van der Vorst in het atelier van Kanbier aan het Rapenburg 48. De werken zijn de hele week nog te zien tussen twee en vijf uur ’s middags. De bijeenkomst zaterdagmiddag aan het Rapenburg werd bijgewoond door zestig belangstellenden waaronder verschillende kunstenaars, galeriehouders en mensen uit de literaire wereld. Arnoud van der Vorst is niet ontevreden over de belangstelling “gezien het mooie weer”.

Neo-Symbolisme geïnspireerd door andere werkelijkheid

Grondleggers van deze nieuwe kunstzinnige stroming – “Het is nu al een schokgolf, al weten de mensen het verstandelijk nog niet” – zijn tandarts / schrijver Arnoud van der Vorst en de bekende Leidse schilder Jacob Kanbier. “Ik ken Kanbier al verscheidene jaren. Ooit heb ik hem opdracht gegeven voor een schilderij”, schets Van der Vorst de aanzet tot het Neo-Symbolisme. “Toen hij dat werk af had moest ik hem wel een Neo-Symbolistische opdracht geven”. Een keer lukte het Van der Vorst om dat gevoel weg te drukken. “Maar het gevoel kwam steeds weer terug”, bekent de schrijvende tandarts.

De opdracht kwam er. “Jacob heeft twee dagen en een nacht gewerkt aan een kunstwerk dat hij Relatie 1 noemde. Direct daarna wilde hij daar een vervolg op maken: Relatie 2, een onlosmakelijk met Relatie 1 verbonden werk. Relatie 1 is een samensmelting van Cleopatra en Marcus Anthonius. Het werk grijpt terug naar andere motieven. Dat komt ook tot uitdrukking in het logo van het Neo-Symbolisme. Het bestaat uit het oog van Horus in de kroon van de Egyptische farao die wordt geflankeerd door twee Anubisfiguren. Die laatste figuren verwijzen naar de mythe Anubis die de zoon van Isis herstelde.”

En verdergaand op de samenwerking met Kanbier: “Onze contacten hadden in Kanbier een Neo-Symbolistische inspiratie losgemaakt, die geleid heeft tot de geboorte van de stroming”. Kanbier invallend: “Ik heb na die twee werken als een paard gewerkt aan 25 Neo-Symbolistische schilderijen. Die zijn op de tentoonstelling te zien”.

Tijdens die periode dachten Kanbier en Van der Vorst na over een naam voor de stroming. Dat is dus het Neo-Symbolisme geworden. “De stroming lijkt op het Symbolisme. Daarin ziet de kunstenaar verborgen waarheden in zijn omringende wereld. Hij toont die in zijn werk. Het is echter eenrichtingsverkeer”, verklaart Kanbier. “Het Neo-Symbolisme kent een nadrukkelijk tweerichtingsverkeer. De kunstenaar krijgt zijn inspiratie uit een andere dimensie, een andere werkelijkheid.

Maar hij beïnvloedt die inspiratie. De kunstenaar is dus geen doorgeefluik. En een belangrijk verschil met het Symbolisme is dat wij durven te zeggen dat we inspiratie krijgen uit een andere dimensie.

Elementen van deze stroming staan in wat wij onze bijbel noemen. “The Golden Bough” van J.G. Frazer. Het heeft als subtitel een studie naar magie en religie”.

De nieuwe stroming zet zich volgens de bedenkers af tegen de harde computerkunst van deze tijd. “Het is te materialistisch en volstrekt zielloos”, aldus Kanbier. “Het Neo-Symbolisme is de enige manier om uit de harde werkelijkheid te ontvluchten. Het gaat een enorme schok geven in de kunst. Je kunt er zeker van zijn dat deze stroming niet binnen Leiden of Nederland blijft. We hopen op een goede plaats tussen de grote kunststromingen”.

Dat er in de kunst niets echt nieuw is en dat het woord Neo betrekkelijk is, blijkt uit de slotopmerking van Kanbier: “Eigenlijk was Rembrandt, die in zijn werk met de lichtval het gevoel extreem benadrukte, ook al een Neo-Symbolist”.

Bron: Leidse Courant