Neo-symbolistische kunstenaar Jacob Kanbier: “De brandstof die ik bij schilderen gebruik, is mijn gevoel, waar ik beeld aan geef. Ik werk op het topje van mijn gevoel. Wanneer ik schilder zet ik mijn verstand op nul. Van tevoren weet ik dan ook nooit wat er van terecht komt”. Zo omschrijft de Leidse schilder en dichter Jacob Kanbier die binnenkort naar Parijs gaat, zijn manier van werken.
De achtendertigjarige kunstenaar begon vijf jaar geleden met schilderen. Hoewel hij zijn hele leven veel tekende, heeft hij tal van andere dingen gedaan voor hij zich ontpopte tot professioneel kunstenaar. Onder andere werkte hij in de zwakzinnigenzorg. Hij was antiquair en bloemist. “Met al die verschillende baantjes ben ik doorgegaan totdat ik het gevoel had dat er niets meer overbleef. Op mijn twaalfde heb ik ooit gezegd dat ik op een zolderkamertje wilde gaan schilderen”. Die oude jongensdroom werd verwezenlijkt toen hij een zoldertje aan de Nieuwe Rijn huurde om daar te gaan schilderen.
Kanbier heeft ook een tijd doorgebracht op de Rietveldacademie totdat hij er vanaf werd geschopt. “Letterlijk en figuurlijk”, zegt de kunstenaar. “Ik shockeerde veel mensen daar. De docenten waren heel klassiek georiënteerd. Je werd klassiek opgeleid. Het werd min of meer opgedrongen. Dat inspireert mij juist niet. Ik werkte volgens het 7-dimensionale filosofisch concept. Daarbij is de eerste dimensie figuratief, de tweede abstract en vanaf de derde dimensie zit je onder het punt van de oorsprong. De zevende en laatste dimensie is het punt van verlichting. Die heb ik bereikt”.
Verlichting
De verlichting omschrijft de schilder als het punt waarop je innerlijke vrijheid hebt bereikt. “Het is een geluksbeleving zoals de natuur die, denk ik, oorspronkelijk heeft bedoeld voor de mens. Een gevoel dat je kan doen sprankelen bij het zien van een bos. Veel mensen kunnen zo’n kinderlijk geluksgevoel niet beleven doordat het is weggecultiveerd”.
De schilderstijl van Kanbier in zijn beginperiode, was erg ongebruikelijk. Hij schilderde abstract en erg wild. Hij hield in die tijd veel performances waarbij hij gedichten voorlas. Later werd zijn stijl iets figuratiever en rustiger. Zijn schilderijen kregen ook een kleiner formaat. De manier van leven van Kanbier komt ook duidelijk terug in zijn werk. Dat de schilderijen nu meer rust uitstralen dan voorheen heeft daar ook mee te maken. “Je kunt zeggen dat ik nu rust heb gevonden, misschien wel een extreme mate van rust”.
Ik hou niet van computerkunst, ik verzet me er tegen
Deze maand werd in Leiden een expositie van Jacob Kanbier geopend met schilderijen die kunnen worden ondergebracht in de nieuwgeboren stroming: neo-symbolisme. Een nieuwe vorm van symbolisme die de kunstenaar zelf heeft benoemd. De aanzet hiervoor was een schilderij van een farao dat hij maakte in opdracht van schrijver Paul Rohlof. Tijdens de opening van de expositie werd in een door Rohlof samengesteld manifest uiteengezet waar het neo-symbolisme voor staat: een kunststroming die zich baseert op het idee van het transcedente en metafysische.
Zakelijkheid
De geëxposeerde schilderijen bevatten veelal Egyptische symbolen. Een echt duidelijke binding heeft Kanbier daar niet mee. Ook zijn er religieuze aspecten terug te vinden in zijn werk. Met de schilderijen wil de kunstenaar het goede van religie en oudheid overbrengen. “Veel mensen zijn zich niet bewust van de tijd waarin we leven. De schilderijen zijn een soort oproep tot een gemoedelijker samenleving”.
In zijn schilderijen zet Kanbier zich af tegen de zakelijkheid van onze samenleving. “Ik hou niet van computerkunst, ik verzet me ertegen. Ik zoek naar het romantische. Schilderkunst moet schoonheid blijven behouden”.
Naar verwachting van de kunstenaar, zal het neo-symbolisme zich snel verspreiden. “Er zullen veel mensen zijn die werk maken dat tot deze stroming behoort, zonder dat ze het in de gaten hebben. Alles wat wordt geschapen is er al, het is alleen nog niet altijd ontdekt. Wanneer Rembrandt momenteel had geleefd, was hij ook een symbolist geweest. Door het licht dat hij in zijn schilderijen gebruikte, gaf hij een enorme waarde weer, ook symbolisch”.
Eind juni vertrekt Kanbier naar Parijs om daar een jaar te gaan werken. Kanbier vindt deze stad prettig om te werken vanwege de sfeer die er hangt. Opvallend vindt hij bijvoorbeeld het verschil tussen de reacties die hij op live-painting shows krijgt in Nederland en Parijs. Hier kijkt iedereen rustig toe terwijl in Parijs de mensen na afloop met hun dure avondkleding tegen het schilderij gaan staan en schreeuwen. Daarnaast vindt hij het van belang dat hij een breed scala van informatie opbouwt en wat bekendheid krijgt.
De expositie van Kanbier aan het Rapenburg 48 duurt nog tot en met aanstaande zondag. De schilderijen zijn te bezichtigen van 14:00 tot 17:00 uur.
Bron: Leidsch Dagblad